BUDGETTAIR KADER 2020-2023
Naast de hiervoor genoemde grondslagen is de meerjarenbegroting 2020 - 2023 opgesteld met inachtneming van de in de Kadernota 2020 aangegeven financiële kaders. De kaders treft u hieronder aan:
Onderwerp | Voorstel |
---|---|
Sluitende begroting | De gemeenteraad ziet toe op een duurzaam materieel begrotingsevenwicht. Dit houdt in dat meerjarige structurele lasten door meerjarige structurele baten worden gedekt. |
Interne budgetregels | Voorstellen met structurele financiële gevolgen worden niet tussentijds, maar alleen bij de begroting, in behandeling genomen. Tussentijdse voorstellen worden alleen bij Voor- en Najaarsnota behandeld mits ze onvoorzien, onvermijdbaar en onuitstelbaar zijn en bovendien incidenteel van aard. Voor andere en complexe nieuwe voorstellen dient, conform de verordening financieel beheer, een apart raadsvoorstel te worden gemaakt. |
Ontwikkeling financiering en (toe te rekenen) rente | De rekenrente voor de begroting 2020 vast te stellen op 2,0%. |
Autonome ontwikkelingen (inwoners/woningen) | In de meerjarenbegroting wordt voor zover mogelijk rekening gehouden met autonome ontwikkelingen inwoners/woningen die uit bouwprojecten voortvloeien. De zogenoemde volume-aanpassingen. Hierbij wordt er bovendien vanuit gegaan, dat tegenover de stijging van de baten (OZB + Algemene uitkering), een stijging van de lasten staat wegens infrastructurele en sociaal maatschappelijke kosten. De budgethouders dienen dit aan te geven. |
Loon-/prijscompensatie | 1. De personeelsbudgetten worden vanaf 2020 jaarlijks met 2,2% geïndexeerd; |
Gemeentefonds | Over de effecten van de mei/juni circulaire 2019 is nog niets bekend, de raad wordt met een separate brief geïnformeerd. |
Relatie WOZ-herwaardering met OZB-tarieven | Als in het WOZ-tijdvak (1-1-2018 tot 1-1-2019) sprake is van |
Heffingen/belastingen | Continuering van bestaand beleid: |
Investeringen | Er worden voor de periode 2020-2023 alleen investeringen in de begroting geraamd die in het betreffende begrotingsjaar ook tot uitvoering komen. Bij de aanlevering voor de begroting worden op basis van concrete plannen van aanpak (capaciteit, tijd en geld) voorstellen ingediend om opname van de investeringen in de meerjarenbegroting te bewerkstelligen. |
Eigendommen | De opbrengsten eigendommen (verkochte woningen) en andere activa worden toegevoegd aan de bestemmingsreserve ‘afbouw schulden’. De opbrengsten worden gebruikt voor het aflossen van schulden voor zover de flexibele algemene reserve meer dan 3% van het begrotingstotaal bedraagt. Bij het opstellen van de jaarrekening wordt beoordeeld of de omvang van de flexibele algemene reserve tenminste 3% van het begrotingstotaal bedraagt. Zo nodig wordt de flexibele algemene reserve aangevuld vanuit de bestemmingsreserve afbouw schulden. |
Ontwikkeling schuldpositie / investeringsplafond | De schuldpositie van de gemeente staat onder druk. De ontwikkeling van de schuld van de gemeente wordt gevolgd met financiële kengetallen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. De meeste schulden worden gemaakt voor investeringen. De gemeenteraad heeft op 3 november 2016 besloten om te streven naar een bruto schuld van maximaal € 40 miljoen en een solvabiliteit van 50%. Er dient een integrale afweging te worden gemaakt tussen de meerjaren investeringen enerzijds en het beoogde schuldniveau anderzijds. Zie ook de tussenrapportage Bloemendaal financieel duurzaam. |