Financieringspositie
Gemeentefinanciering heeft betrekking op de financiering van de organisatie voor de lange termijn. Zodra de financieringsmiddelen (de reserves, voorzieningen en opgenomen geldleningen) lager zijn dan het totaal van de boekwaarde van de investeringen, inclusief voorraden, is dit een teken dat de gemeente een vaste geldlening moet gaan aantrekken.
Meerjarig overzicht verloop financieringspositie | ||||||||||||
bedragen x € 1.000 | 1-1-2019* | 1-1-2020 | 1-1-2021 | 1-1-2022 | 1-1-2023 | |||||||
Eigen vermogen | 29.720 | 27.456 | 27.071 | 26.670 | 25.817 | |||||||
Voorzieningen | 3.321 | 2.882 | 2.648 | 2.408 | 2.383 | |||||||
Opgenomen geldleningen | 28.800 | 22.650 | 21.500 | 20.350 | 19.200 | |||||||
Totaal financieringsmiddelen | 61.840 | 52.988 | 51.219 | 49.428 | 47.399 | |||||||
Vaste activa | 61.459 | 62.539 | 61.721 | 59.050 | 56.492 | |||||||
Voorraad grond | - | - | - | - | - | |||||||
Totaal activa en gronden | 61.459 | 62.539 | 61.721 | 59.050 | 56.492 | |||||||
Saldo financiering | 381 | -9.551 | -10.502 | -9.622 | -9.093 | |||||||
Effect lopende investeringen | 5.600 | - | - | - | - | |||||||
Effect nieuwe investeringen | 7.693 | 6.839 | 7.071 | 1.257 | ||||||||
Saldo financiering incl. investeringen | -5.219 | -17.243 | -17.341 | -16.693 | -10.349 | |||||||
* Is de werkelijke stand na vaststelling van de jaarrekening 2018. | ||||||||||||
Uit bovenstaand overzicht is af te lezen dat over de gehele periode sprake is van een financieringstekort. Het financieringstekort is het gevolg van de onderhanden en geplande investeringsprojecten. Deze ontwikkeling leidt tot een voortdurende financieringsbehoefte en druk op de schuldpositie c.q. de leningenportefeuille. Uw raad heeft met de nota 'Bloemendaal duurzaam financieel houdbaar' een extra sturingsinstrument in handen om de schuldpositie te beheren. In de nota zijn kaders opgenomen ten behoeve van de confrontatie tussen enerzijds investeringswensen en anderzijds het beoogde schuldniveau. Deze kaders geven ondersteuning aan de integrale besluitvorming en het beheersbaar houden van de schuldenlast. De gemeente moet op het EMU-saldo kunnen sturen en op een beheersbaar schuldniveau voor de komende jaren. Er is onder meer besloten om te streven naar een bruto schuld van € 20 miljoen (solvabiliteit = 50%) waarbij de schuldpositie niet verder mag oplopen dan maximaal € 40 miljoen. Onroerend goed wordt waar mogelijk (versneld) verkocht en de opbrengsten worden gebruikt om schulden af te lossen.
Bij de begroting 2020 is in navolging van voorgaande begrotingsjaren wederom een integrale afweging gemaakt wat betreft de noodzakelijke investeringen jaarschijf 2020. De in de begroting opgenomen noodzakelijke investeringen zijn niet uitstelbaar en kunnen naar verwachting in 2020 worden uitgevoerd. Het is de bedoeling om jaarlijks bij de aanlevering van de Kadernota de integrale besluitvorming te laten plaatsvinden over de investeringen voor de volgende meerjarenbegroting. Dit komt een tijdige en zuivere integrale afstemming ten goede en versnelt het aanloopproces van de volgende begrotingsronde.
Leningenportefeuille
Aangegane langlopende geldleningen | 2020 |
---|---|
Leningenbestand per 1 januari 2020 | 22.650.000 |
Reguliere aflossing | 1.150.000 |
Vervroegde aflossing | 0 |
Nieuw aan te trekken leningen 2020 | 0 |
Leningenbestand per 31 december 2020 | 21.500.000 |
Rentekosten
Het aantrekken en verstrekken van geldleningen betreft een treasury-activiteit waaruit respectievelijk rentelasten en rentebaten voortvloeien die worden verantwoord op het taakveld Treasury. Het saldo van deze rentelasten en -baten wordt aan de taakvelden toegerekend met behulp van een renteomslag. Rente van leningen die specifiek zijn aangetrokken voor een project of (door)verstrekking (=projectfinanciering) en rente aan grondexploitaties blijven buiten de omslagberekening. Dit geldt ook voor de rentevergoeding die evt. berekend wordt over het eigen vermogen en/of de voorzieningen. Het BBV laat een dergelijke rentevergoeding toe. Echter vanwege het verlangde inzicht, de eenvoud en transparantie is ervoor gekozen deze systematiek niet meer toe te passen. Verder heeft de gemeente geen projectfinancieringen aangetrokken.
De omslagrente wordt berekend door de aan de taakvelden toe te rekenen rente te delen door de boekwaarde per 1 januari van de vaste activa die integraal zijn gefinancierd. Het resultaat is een omslagpercentage van ca. 0,742%. In het volgende schema wordt inzicht gegeven in de geraamde rentelasten externe financiering, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening.
Renteschema: | |||
---|---|---|---|
De externe rentelasten over de korte en lange financiering | € 485.742 | ||
De externe rentebaten over de korte en lange financiering | -/- | € 21.952 | |
Saldo rentelasten en rentebaten | € 463.789 | ||
Rente grondexploitaties | -/- | € - | |
Rente projectfinanciering | -/- | € - | |
Rente doorverstrekte leningen | € - | ||
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente | € 463.789 | ||
Rente over eigen vermogen | € - | ||
Rente over voorzieningen | € - | ||
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente | € 463.789 | ||
De aan taakvelden toegerekende rente (omslagrente) | -/- | € 463.789 | |
Renteresultaat op het taakveld Treasury | € 0 |
De aan de taakvelden toe te rekenen rente is gebaseerd op de in het verleden afgesloten en toekomstige af te sluiten vaste geldleningen. De rente is laag als gevolg van lagere rentes op de kapitaalmarkt.
Liquiditeitenbeheer
In de dienstverleningsovereenkomst met de BNG Bank N.V. is ook het liquiditeitenbeheer opgenomen. Een tekort aan middelen kan hierdoor op voordelige wijze worden geleend zonder risico voor de gemeente. Na afloop van het kwartaal wordt er een liquiditeitenplanning opgesteld, met behulp van deze planning kan inzicht worden verkregen in de financieringsbehoefte.
Schatkistbankieren
De wet verplicht alle decentrale overheden om hun overtollige (liquide) middelen aan te houden bij het ministerie van Financiën, de rijksschatkist. Het woord ‘overtollig’ verwijst naar alle middelen die decentrale overheden niet onmiddellijk nodig hebben voor de publieke taak. Een decentrale overheid behoudt, op basis van de wet Fido, de mogelijkheid om leningen te verstrekken en uitzettingen te verrichten uit hoofde van de publieke taak. Deelname aan schatkistbankieren verandert daar niets aan.
De gemeente Bloemendaal mag haar overtollige middelen tot een bepaald bedrag buiten de schatkist van het Rijk aanhouden. Het drempelbedrag voor Bloemendaal bedraagt € 380.000. Dagelijks worden de overtollige middelen in rekening-courant automatisch met het rijk verrekend. De gemeente Bloemendaal heeft op dit moment geen substantiële overtollige middelen uitstaan. Met de verplichte deelname aan het schatkistbankieren is het beleggingsrisico waaraan de gemeente wordt blootgesteld nihil. Daarentegen dient de gemeente ook weer niet over liquide te zijn omdat de rente-inkomsten uit de verplichte belegging bij het rijk marginaal zijn. De liquiditeits- en koersrisico’s worden continue bewaakt in relatie tot de stand in rekening-courant bij de BNG Bank N.V..
Debiteurenbeheer
Verder voert de gemeente een actief debiteurenbeheer waardoor het debiteurenrisico zoveel mogelijk beperkt wordt. Indien debiteurenrisico’s bestaan dan zal daarvoor bij de jaarrekening een voorziening worden getroffen.
Gewaarborgde leningen
Uit de staat van gewaarborgde geldleningen blijkt voor welke instellingen de gemeente garant staat uit hoofde van haar publieke taak. Er is niet gebleken dat daarbij sprake is van een instelling die een verhoogd risico heeft op het niet kunnen voldoen aan haar verplichtingen op lange termijn.
Garantiestellingen per 1 januari 2020 | x € 1.000 |
---|---|
Garantiestellingen publieke taak | 1.674 |
Achtervang garantiestelling WSW | 47.303 |
Achtervang Stichting waarborg sport | 466 |
Achtervang garantiestelling WEW | 59 |
De garantstellingen voor de publieke taak is voor het grootste deel een lening aan woningbouw Brederode wegens de overname van gemeentelijk woningbezit. De achtervang garantiestelling WSW en WEW zijn geldleningen waarvoor respectievelijk de stichtingen Stichting Waarborgfonds Woningbouw en Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen borg staan. De gemeente heeft de achtervang met betrekking tot deze leningen. Het gemeentelijk financiële risico is te verwaarlozen.